Opinie in NRC: De Green Deal is verwaterd, nu moeten bedrijven aan de bak
Andrea Rusman, CSRD advisory lead bij Impact Institute en Michel Scholte oprichter en directeur van Impact Institute en True Price schreven een opiniestuk over CSRD en Omnibus voor NRC Handelsblad. Lees de originele publicatie hier.
AMSTERDAM – Met de versimpeling van de Europese Green Deal hebben bedrijven minder verplichtingen. Maar de tijd om te handelen is nog steeds nu, schrijven Andrea Rusman en Michel Scholte.
In het kader van de Green Deal heeft de Europese Unie de afgelopen jaren een breed palet aan maatregelen en duurzaamheidswetten uitgerold. Twee belangrijke wetten zijn de rapportageverplichting (CSRD) en de zorgplicht voor de waardeketen (CSDDD).
m de wetten meer met elkaar op één lijn te krijgen en de verplichtingen te versimpelen, is recent voorgesteld om de regeling samen te voegen in de zogeheten Omnibus-verordening.
Met deze verordening zijn de oorspronkelijke voorstellen sterk verwaterd, waardoor de duurzame ambitie van Europa flink lijkt te worden teruggedrongen.
Geen plan
Waar de CSRD voor meer dan 50.000 bedrijven gold, zijn dat er nu 80 procent minder. De bedrijven die nu gevrijwaard worden, vertegenwoordigen zo’n 4 triljard euro aan omzet.
Zij hoeven nu bijvoorbeeld geen klimaattransitieplan te schrijven.
In de meest voorzichtige schatting betekent dit dat er voor 100 miljoen ton CO2-uitstoot geen reductieplannen worden opgesteld. Met een bescheiden prijskaartje van 200 euro per ton CO2 betekent dit 20 miljard euro aan klimaatschade. Ter vergelijking: de Europese Commissie verwacht 6 miljard euro aan lastenverlichtingen voor bedrijven dankzij de nieuwe wetgeving.
Naast de rapportageplicht, wordt ook de zorgplicht kleiner.
Onder de nieuwe wet hoeven bedrijven nu alleen nog kritisch te zijn op hun directe leveranciers, terwijl vaak blijkt dat de grootste milieu- en mensenrechtenproblematiek zich aan het begin van de keten bevindt.
Dit betekent bijvoorbeeld dat kledingmerken alleen naar de laatste productiestap hoeven te kijken.
Ze krijgen zo een vrijbrief om weg te kijken bij de productie van textiel, waar vaak gedwongen arbeid voorkomt, of bij de productie van katoen, waar onderbetaling eerder de norm dan een uitzondering is.
Bovendien betekent dit dat er geen zorgplicht zal zijn voor 2 miljard kleine boeren in het mondiale Zuiden.
Die boeren produceren een groot deel van ons tropische voedsel, van rijst en specerijen tot koffie en cacao, en leven vaak in extreme armoede. Zij leveren hun producten vrijwel altijd aan een tussenpartij die niet in de EU opereert.
Een Europees koffiemerk mag van de EU nu niet alleen wegkijken als zij zien dat een boer geen leefbaar inkomen verdient of onder gevaarlijke omstandigheden werkt, het bedrijf hoeft het überhaupt niet meer te onderzoeken.

Balen van versoepelingen
Veel bedrijven balen van de versoepelingen.
Niet alleen omdat dit het verduurzamen van Europa en Europese ketens vertraagt, maar ook omdat veel van hen al flink geïnvesteerd hadden in de regelgeving. De onduidelijkheid en de late draai van de commissie straft de voorlopers en verlaagt het vertrouwen in de Europese overheid.
Hoe nu verder met het verduurzamen van Europa?
Moeten bedrijven het vieren als ze niet meer verplicht moeten rapporteren en niet hoeven te zorgen voor mensenrechten in de waardeketen?
Dat verlaagt immers hun administratieve last.
Nee, deze volatiele tijden vragen juist om een extra investering in duurzaamheid: om het op orde krijgen van je ESG-data (environmental, social en governance) en om het investeren in werkbare plannen voor decarbonisatie, biodiversiteitsherstel en behoud van mensenrechten.
Centraal in de CSRD staat het begrip van ‘dubbele materialiteit’. Het veroorzaken van ESG-schade, is slecht voor de gemeenschap, maar als puntje bij paaltje komt, óók voor het bedrijf zelf.
Hoe meer je uitstoot, hoe meer je kunt verliezen als klimaatverandering echt menens wordt.
En hoe slechter je de mensenrechtensituatie in je leveringsketens kent, hoe meer je reputatie onder druk komt te staan.
Juist door nu te investeren in duurzaamheid, kunnen bedrijven winstgevender zijn op de lange termijn.
Stapje meer
De wetgeving geeft twee suggesties voor bedrijven die een stapje meer willen doen dan het minimale. Bedrijven kunnen vrijwillig (een deel van) de CSRD en de CSDDD volgen.
Zo zouden wij iedereen een goede analyse aanbevelen om zo de belangrijkste impact op de wereld en risico’s voor je organisatie in kaart te brengen.
Een klimaattransitieplan is geen luxe, maar bittere noodzaak.
En ook als de CSDDD het je niet verplicht, moet je onderzoek doen naar je waardeketens voordat een NGO je businessmodel kan ontmaskeren.
Ten tweede zijn er sinds kort (wederom vrijwillige) standaarden voor MKB-bedrijven.
Deze zijn opmerkelijk helder geschreven en makkelijk toe te passen.
Ze brengen een MKB-bedrijf snel naar de kern en helpen een onderscheidend verhaal te vertellen.
Dat je niet hoeft te rapporteren, betekent niet dat je het niet kunt.
Het ongeluk met de Omnibus is een stap terug in het verduurzamen van Europa.
Er is terechte frustratie bij de voorlopers.
Maar de nieuwe situatie is ook een kans.
Door vrijwillig openheid te tonen, kunnen voorlopers zich misschien nog wel beter onderscheiden.