
In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken hebben het Impact Institute* en Wageningen Economic Research een aanpak ontwikkeld waarmee positieve en negatieve maatschappelijke effecten van de productie en consumptie van voedsel kunnen worden gemonitord. Het doel is om uiteindelijk bedrijven en consumenten meer mogelijkheden te bieden om beslissingen te nemen die bijdragen aan een duurzamere voedselketen. Lees de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam hier.
De effecten
De nieuwe aanpak is toegepast op vijf voedingsmiddelen. Aardappelen, verse sperziebonen, volle melk, rundergehakt van de melkveehouderij en pure chocolade. Voorbeelden van positieve effecten van voedsel zijn: meer werkgelegenheid, hogere salarissen, kennisopbouw en meer gezondheid. Negatieve effecten zijn onder meer klimaatverandering, watervervuiling, biodiversiteit, kinderarbeid en onderbetaling.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat melk relatief positief scoort op gezondheid maar negatief op kwaliteit. Sperziebonen scoren relatief positief op de gezondheid van de consument en hebben beperkte effecten op de waterkwaliteit. Een nadeel van sperziebonen is dat er veel land nodig is voor de teelt en dat er in vergelijking met het gemiddelde voedingsproduct veel kunstmest nodig is. Dit resulteert in de uitstoot van broeikasgassen en een afname van de biodiversiteit. Wageningen Economic Research en het Impact Institute gaan de methode de komende tijd op meer voedingsmiddelen toepassen.
De resultaten van de negatieve en positieve effecten van het gemiddelde voedingsproduct zijn weergegeven in figuur 1. Deze systematische aanpak is universeel en kan op alle voedingsproducten worden toegepast. De methodiek geeft geen absolute uitkomsten of iets goed of slecht is, maar geeft relatieve scores weer ten opzichte van gemiddelde effecten van voedsel.
De zes hoofdsteden van de IIRC
De meest materiële positieve en negatieve impacts in de supply chain van een product worden in kaart gebracht. Materiële effecten zijn die effecten die een aanzienlijk (potentieel) effect hebben op de samenleving. De analyse resulteert in een compilatie van impact 'hotspots', onderverdeeld in financiële, gefabriceerde, intellectuele, natuurlijke, sociale en menselijke effecten voor elke stap in de toeleveringsketen. Dit is in lijn met de aanbevelingen van de 'International Integrated Reporting Council'.
Lees het volledige rapport van het Impact Institute en WUR hier.
* Dit bericht is gepubliceerd toen Impact Institute voor 10-10-2018 opereerde onder de naam True Price. Lees hier meer over hier.
In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken hebben het Impact Institute* en Wageningen Economic Research een aanpak ontwikkeld waarmee positieve en negatieve maatschappelijke effecten van de productie en consumptie van voedsel kunnen worden gemonitord. Het doel is om uiteindelijk bedrijven en consumenten meer mogelijkheden te bieden om beslissingen te nemen die bijdragen aan een duurzamere voedselketen. Lees de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam hier.
De effecten
De nieuwe aanpak is toegepast op vijf voedingsmiddelen. Aardappelen, verse sperziebonen, volle melk, rundergehakt van de melkveehouderij en pure chocolade. Voorbeelden van positieve effecten van voedsel zijn: meer werkgelegenheid, hogere salarissen, kennisopbouw en meer gezondheid. Negatieve effecten zijn onder meer klimaatverandering, watervervuiling, biodiversiteit, kinderarbeid en onderbetaling.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat melk relatief positief scoort op gezondheid maar negatief op kwaliteit. Sperziebonen scoren relatief positief op de gezondheid van de consument en hebben beperkte effecten op de waterkwaliteit. Een nadeel van sperziebonen is dat er veel land nodig is voor de teelt en dat er in vergelijking met het gemiddelde voedingsproduct veel kunstmest nodig is. Dit resulteert in de uitstoot van broeikasgassen en een afname van de biodiversiteit. Wageningen Economic Research en het Impact Institute gaan de methode de komende tijd op meer voedingsmiddelen toepassen.
De resultaten van de negatieve en positieve effecten van het gemiddelde voedingsproduct zijn weergegeven in figuur 1. Deze systematische aanpak is universeel en kan op alle voedingsproducten worden toegepast. De methodiek geeft geen absolute uitkomsten of iets goed of slecht is, maar geeft relatieve scores weer ten opzichte van gemiddelde effecten van voedsel.
De zes hoofdsteden van de IIRC
De meest materiële positieve en negatieve impacts in de supply chain van een product worden in kaart gebracht. Materiële effecten zijn die effecten die een aanzienlijk (potentieel) effect hebben op de samenleving. De analyse resulteert in een compilatie van impact 'hotspots', onderverdeeld in financiële, gefabriceerde, intellectuele, natuurlijke, sociale en menselijke effecten voor elke stap in de toeleveringsketen. Dit is in lijn met de aanbevelingen van de 'International Integrated Reporting Council'.
Lees het volledige rapport van het Impact Institute en WUR hier.
* Dit bericht is gepubliceerd toen Impact Institute voor 10-10-2018 opereerde onder de naam True Price. Lees hier meer over hier.